-
1 bij vlagen
bij vlagen -
2 bij vlagen
bij vlagenin fits and starts, in spurts/bursts -
3 bij vlagen
нареч.общ. временами, порывами -
4 bij vlagen
adj. spasmodic -
5 spasmodic
adj. krampachtig; bij vlagen, onregelmatig[ spæzmoddik] 〈 spasmodically〉1 spasmodisch ⇒ spastisch, krampachtig♦voorbeelden: -
6 vlaag
♦voorbeelden:bij vlagen • par à-coups -
7 временами
-
8 временами
-
9 порывами
advgener. bij vlagen -
10 by/in fits (and starts)
by/in fits (and starts) -
11 fit
adj. geschikt; passend; waardig; bereid to; gezond; in goede vorm--------n. passen, pasvorm; stuip, toeval, beroerte, aanval, insult, vlaag, bevlieging--------v. passen, kloppen met; voorzien, uitrusten; aanbrengenfit1[ fit]1 vlaag ⇒ opwelling, inval♦voorbeelden:by/in fits (and starts) • bij vlagen2 a fit of coughing • een hoestaanval/buigive someone a fit • iemand de stuipen op het lijf jagen1 het (goed) passen/zitten ⇒ pasvorm♦voorbeelden:————————fit2〈 fitter〉1 geschikt ⇒ gepast, passend2 gezond ⇒ fit, in (goede) conditie♦voorbeelden:1 a fit person to do something • de geschikte/juiste persoon om iets te doenfit to print • geschikt om (af) te drukkena meal (that is) fit for a king • een koningsmaal2 as fit as a fiddle • kiplekker, zo gezond als een visII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:1 think/see fit to do something • het juist/gepast achten (om) iets te doen, goeddunkennot fit to be seen • ontoonbaarit is not fit (that) • het hoort niet (dat)¶ work till you are fit to drop (dead) • werken tot je erbij neervalt, je doodwerken————————fit3〈fitted; Amerikaans-Engels in betekenis II 0.1 en 0.2 fit, fit〉1 geschikt/passend zijn ⇒ passen, goed/juist zitten♦voorbeelden:→ fit in fit in/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (goed) geschikt/passend maken ⇒ aanpassen♦voorbeelden: -
12 by fits and starts
adv. bij vlagen, op haastige en onregelmatige wijze -
13 in fits and starts
afhankelijk van de gemoedstoestand; met horten en stoten, bij vlagen -
14 accès
accès [aakse]〈m.〉2 aanval ⇒ vlaag, bui♦voorbeelden:1 voie d'accès • toegangs-, invalswegpersonne d'accès difficile • moeilijk te benaderen persoonaccès d'éternuement • niesbuipar accès • bij vlagenm1) toegang2) aanval, bui -
15 bouffée
bouffée [boefee]〈v.〉3 vlaag ⇒ wolk, tocht4 uitbarsting ⇒ aanval, opwelling♦voorbeelden:bouffée de parfum • vleugje parfumpar bouffées • bij vlagen, af en toe, met tussenpozenf1) uitademing2) trekje, haaltje3) vlaag, opwelling4) wolk, tocht, windstoot -
16 crise
crise [kriez]〈v.〉1 crisis ⇒ aanval, inzinking♦voorbeelden:avoir une crise de cafard • in een sombere bui zijncrise de conscience • gewetensconflictcrise de larmes • huilbuicrise de nerfs • zenuwtoeval, hysterische huilbuiil a sa crise • het is weer zover met hempiquer une crise (de colère) • een woedeaanval krijgenelle travaille par crises • zij werkt bij vlagenf1) crisis2) aanval, inzinking -
17 à-coup
-
18 échappée
échappée [eesĵaapee]〈v.〉2 (smalle) doorkijk ⇒ ruimte, (smalle) opening♦voorbeelden:par échappées • bij vlagen -
19 elle travaille par crises
elle travaille par crisesDictionnaire français-néerlandais > elle travaille par crises
-
20 par accès
par accès
Страницы
- 1
- 2